Les FEMMES de Charles
Catherine
de France ou Catherine de Valois, née en 1428, morte le 30 juillet
1446, fille de Charles VII, roi de France,
et de Marie d'Anjou.
Elle épouse à Blois le 19 mai 1440 Charles le Téméraire
(1433 † 1477), alors comte de Charolais. Elle a douze ans, et
son mari sept ans.
Elle meurt quelques années plus tard, le 30 juillet 1446, à
Bruxelles, à l'âge de dix-sept ou dix-huit ans.
Son décès prématuré inspire à Michault
Taillevent, poète de la cour de Bourgogne, un Lai sur la mort
de Catherine de France.
Charles le Téméraire se remarie en 1454 avec Isabelle
de Bourbon et devient duc de Bourgogne en 1467.
Isabelle
de Bourbon (née en 1437 - morte le 25 septembre 1465) était
la fille de Charles I de Bourbon, duc de Bourbon et d'Agnès de
Bourgogne.
Le 30 octobre 1454, elle épousa à Lille son cousin Charles
le Téméraire, futur duc de Bourgogne.
Cette union fut une union heureuse car Isabelle de Bourbon était
une fort jolie femme et son époux en tomba amoureux et lui fut
fidèle, attitude rare à l'époque et contrastant
avec les frasques de son père Philippe le Bon.
Son beau-père d'ailleurs a pour elle des attentions exceptionnelles
en acceptant par exemple de gracier un condamné à mort,
grâce qu'il avait refusé à son propre fils.
De son union naquit Marie de Bourgogne.
Elle mourut le 25 septembre 1465 de tuberculose à l'abbaye Saint-Michel
à Anvers alors qu'elle rejoignait sa fille.
Margaretha
van York (geb. Fotheringhay, Engeland 3-5-1446 – gest. Mechelen
23-11-1503), door haar huwelijk hertogin van Bourgondië. Dochter
van Richard hertog van York (1411-1460) en Cecily Neville (1415-1495).
In 1468 trouwde Margaretha van York in Damme met Karel ('de Stoute')
hertog van Bourgondië (1433-1477), landsheer der Nederlanden. Dit
huwelijk bleef kinderloos.
Margaretha’s
huwelijk met Karel de Stoute in 1468 werd buitengewoon luisterrijk gevierd.
Voor Karel de Stoute paste dit huwelijk met een Engelse prinses goed
in de anti-Franse koers die hij sinds zijn feitelijke machtsovername
in 1465 resoluut was ingeslagen. Voor de Nederlanden – waarvan
sinds 1384 geleidelijk steeds meer delen werden geregeerd door de hertogen
van Bourgondië – waren goede relaties met Engeland van oudsher
van aanzienlijk economisch belang, en het huwelijk bezegelde na ruim
dertig jaar gespannen relaties eindelijk een duurzame alliantie.
Margaretha
heeft haar Engelse afkomst enkele malen politiek kunnen verzilveren.
Nadat haar broer Edward de troon had geüsurpeerd moest hij in 1470
vluchten naar Brugge. Tijdens zijn ballingschap daar fungeerde Margaretha
als bemiddelaar tussen Karel en Edward, omdat haar man vreesde voor
verstoring van de relaties met Engeland.
Op 22 en 23 juli
1474 trok Margaretha naar Aken om haar rijk versierde bruidskroon te
schenken aan het Mariabeeld in de Dom, waar hij nog steeds berust. Deze
schenking past in een patroon van Margaretha’s zeer actieve devotionele
praktijk. Zij steunde vele broederschappen en cultusplaatsen voor vrouwelijke
heiligen die specifiek met betrekking tot het moederschap werden aangeroepen.
Tegelijkertijd paste
deze missie echter in Karels ambitie om zich te laten erkennen als Roomskoning:
de dom van Karel de Grote was immers de plaats voor de wijding. In het
licht van de onderhandelingen over een mogelijk huwelijk van Karels
enige dochter en erfgename Maria met de keizerszoon Maximiliaan, kreeg
deze actie des te meer betekenis: hoewel zij graag een kind wilde was
inmiddels kennelijk ook duidelijk dat Margaretha geen nieuwe erfgenaam
zou baren.
Op binnenlands terrein
moest Margaretha regelmatig haar afwezige echtgenoot vertegenwoordigen
in moeizame onderhandelingen met de Staten over steeds hogere belastingen
en militaire dienst, met name in 1475 en 1476.
Weduwe:
Karel de Stoute sneuvelde in 1477 in de slag bij Nancy, zijn landen
in crisis achterlatend. Margaretha – zelf kinderloos – heeft
zich hierna steeds zeer loyaal ingezet voor de doelstellingen van haar
echtgenoot en diens opvolgers. Zij bouwde dan ook uitstekende relaties
op met haar stiefdochter Maria van Bourgondië, bijgenaamd ‘de
Rijke’. Tijdens de crisis die uitbrak na Karels dood speelde zij
een doorslaggevende rol als vertrouwelinge van de jonge en onervaren
hertogin Maria.
Samen hebben zij
de stappen gezet die hebben geleid tot het samenroepen van de Staten-Generaal,
het vragen om steun aan Edward IV, het aanknopen van onderhandelingen
met koning Lodewijk XI van Frankrijk én de keuze voor Maximiliaan
als Maria’s echtgenoot. Ook onderhandelde ze namens Maximiliaan
met haar broer Edward. Toen in 1483-1492 de Zuidelijke Nederlanden in
opstand kwamen tegen Maximiliaans bewind voerde zij onderhandelingen
met de nieuwe Engelse machthebbers, steeds met het oogmerk de dynastieke
en de economische belangen van het Bourgondisch-Habsburgse huis te verzoenen
met die van Engeland.
Maria van Bourgondië drukte haar waardering
voor haar stiefmoeder al op 30 januari 1477 uit door een gunstige regeling
te treffen voor haar weduwengoed. Die motiveerde zij op een wijze die
zowel persoonlijke emoties uitdrukt als opvattingen over de gewenste
houding van een echtgenote: ‘onze zeer lieve dame en stiefmoeder
[…] heeft zich tegenover onze heer vader steeds gedragen met grote
prudentie, gehoorzaamheid en bijzondere vriendschap, en tegenover onze
persoon en jegens onze landen en heerlijkheden met een zo totale en
volmaakte liefde en welwillendheid dat wij haar daarvoor nooit genoeg
zullen kunnen danken en erkenning betuigen’. Tot de heerlijkheden
die Margaretha kreeg behoorden Mechelen, waar zij zich vestigde, Oudenaarde,
Brielle, Voorne en Binche.
Als weduwe kon Margaretha van York zelfstandig
optreden, en daar maakte zij gebruik van door op vele plaatsen vrome
schenkingen te doen in geld en kunstwerken, en door steun te verlenen
aan het streven naar hervorming van kloosters in de meer intellectueel
gerichte orden van franciscanen, clarissen, augustijnen, hiëronymieten
en kartuizers.
In haar residentie
in Mechelen bracht Margaretha een echt hofleven op gang. Sinds zijn
verkiezing tot Roomskoning in 1486 verbleef Maximiliaan nog maar weinig
in de Nederlanden. Margaretha ving in Mechelen Maria’s kinderen
Filips en Margaretha op tijdens moeilijke momenten. Toen Filips in 1501
als vermoedelijk troonopvolger naar Castilië vertrok, werden ook
zíjn kinderen, onder wie de latere keizer Karel V, aan het Mechelse
hof opgevoed.