LES BOURGUIGNONS:
Karel de Stoute (1433-1477)
X
Catherina de Valois (1428-1446)
Isabella de Bourbon (1437-1465)
Margaretha van York (1446-1503)
 

 

 
 

Margaretha van York (Fotheringay Castle, 3 mei 1446 – Mechelen, 23 november 1503) was een telg van de oudste tak van het Engelse koningshuis. Zij was een dochter van Richard van York en van Cecily Neville, en de zus van twee Engelse koningen, Eduard IV en Richard III.

Echtgenote van Karel de Stoute
In 1468, ze was toen 22, stak ze het Kanaal over om in de Nederlanden de derde vrouw te worden van Karel de Stoute, hertog van Bourgondië.
Van Margaretha wordt beweerd dat ze met haar blonde haren een meer dan aantrekkelijke prinses was. Op 3 juli 1468 trouwde ze met Karel te Damme in het huis van baljuw Eustachius Wyts.
De Praalstoet van de Gouden Boom, in Brugge, herdenkt het huwelijk van Karel de Stoute en Margaretha van York.
Het huwelijk bleef kinderloos. Karel, die dertien jaar ouder was dan zij, had uit zijn tweede huwelijk met Isabella van Bourbon een dochtertje: Maria van Bourgondië.
Op het ogenblik dat Margaretha in haar leven kwam, was Maria amper elf. Zij konden het heel goed met elkaar vinden. Op politiek vlak speelde Margaretha van York een belangrijke rol in de onderlinge contacten tussen haar man en haar broer Eduard IV.

Verblijf aan het hof te Mechelen
Na de tragische dood van Karel de Stoute (5 januari 1477) vestigde zij zich in Mechelen, en ontfermde zij zich over haar onervaren stiefdochter Maria. Zij stond Maria met raad en daad bij in het bestuur van de Nederlanden bewerkstelligde ook haar huwelijk met Maximiliaan van Habsburg. Tegen de politiek van Lodewijk XI van Frankrijk, die de Bourgondische landen ernstig bedreigde, zocht zij hulp bij haar broer. Na de vroegtijdige dood van Maria van Bourgondië op 27 maart 1482) stond zijn te Mechelen in voor de opvoeding van haar jonge kinderen.
In 1486 schonk ze haar paleis aan de stad Mechelen die het op haar beurt als donatie schonk aan Maximiliaan en zijn zoon Filips de Schone. Op 9 maart 1500 werd de kleinzoon van Maria van Bourgondië, Karel (zo genoemd ter herinnering aan zijn overgrootvader Karel de Stoute) door Margaretha ten doop gedragen in de Gentse Sint-Janskerk.

Overlijden
Margaretha van York overleed in 1503 en werd op haar verzoek begraven in de Mechelse Minderbroederskerk. Haar ingewanden werden begraven in het kartuizer klooster te Scheut (een gehucht van Anderlecht, in die tijd in het hertogdom Brabant gelegen; nu Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Haar hart - het bijzonderste lichaamsorgaan - in het kartuizerklooster van Herne (gemeente van het toenmalige Dietse deel van het hertogdom Henegouwen; nu Vlaams-Brabant).