LES ROIS VALOIS:
Louis XI
(1423– 1483)
X
Marguerite d’Écosse (1438-1445)
Charlotte de Savoie (1451-1483)




Lodewijk XI (Bourges, Cher 3 juli 1423 - Kasteel van Plessis-les-Tours, (La Riche, Indre-et-Loire), 30 augustus 1483) uit het huis van Valois, was koning van Frankrijk van 1461 tot aan zijn dood. Hij was twee keer gehuwd: eerst met Margaretha van Schotland († 1444) en vervolgens met Charlotte van Savoye († 1483).

Lodewijk XI werd getypeerd als le plus terrible roi qui fut jamais en France (de ergste koning die Frankrijk ooit gekend had), en zijn historiograaf Philippe de Commynes noemde hem een universelle Araignée (= universele spin), die overal zijn webben weefde om er zijn slachtoffers in te verstrikken. Als zoon van Karel VII, wilde hij al tijdens het leven van zijn vader een actieve politieke rol spelen en intrigeerde daartoe zelfs met diens vijanden, onder andere de Bourgondische hertog Filips de Goede. Al in 1440 nam hij deel aan de Praguerie, een opstand van enkele edelen tegen zijn vader, die echter weinig succes had. In 1446 werd hij naar de Dauphiné gestuurd, waar hij vele hervormingen doorvoerde en populariteit verwierf onder de middenstand.

Hij had een hekel aan Agnès Sorel, de maîtresse van zijn vader, en boze tongen beweren dat hij de hand heeft gehad in haar dood (1450). In het volgende jaar trouwde hij tegen de wil van zijn vader met de jonge Charlotte van Savoye.
In 1456 stuurde zijn vader een leger naar de Dauphiné. Lodewijk vluchtte naar het noorden. Filips de Goede verleende hem asiel en herbergde hem in het kasteel van Genepiën, nadat hij, uit vrees voor zijn vader, met zijn echtgenote Charlotte het land had verlaten. Daar werd ook hun tweede zoontje Joachim geboren, die echter vier maanden later overleed en in de kerk van Halle begraven ligt. Tijdens zijn verblijf in de Bourgondische domeinen deed hij zijn best om een goede relatie te houden met Filips' zoon Karel de Stoute en de familie Croy, die wedijverden om de macht aan het Bourgondische hof.
Hij ontmoette Olivier De Duivel in Tiel, zoon van een barbier die hem vergezelde bij zijn terugkeer naar Frankrijk.

 

Eenmaal koning geworden, botste Lodewijk door zijn politiek van centralisatie en absolutisme met het streven naar autonomie van de rijksgroten (heren van Orléans, Anjou, Armagnac, Bretagne en Bourbon) en met zijn vroegere beschermer Filips de Goede, die hij in 1463 dwong de Sommesteden te verkopen ter ratificatie van de Vrede van Atrecht van 1435.
Resultaat was de vorming van een oppositionele factie, de Ligue du Bien Public, waaronder Filips' zoon Karel de Stoute, die zijn verbeten aartsrivaal werd en het tot een voor Lodewijk nadelige militaire krachtproef (Monthléry, 1465) liet komen. Het Traktaat van Conflans (oktober 1465) voorzag in de restitutie van de Sommesteden en autonomie voor Normandië, waarna het Verdrag van Péronne (1468) voorzag in de opheffing van het gezag van het Parlement van Parijs in Vlaanderen. Aan al die beloften heeft de sluwe, onscrupuleuze Lodewijk zich geenszins gehouden.


Hij steunde heimelijk de Luikse rebellen die tegen het gezag van Karel de Stoute in opstand waren gekomen, maar moest lijdzaam toezien hoe Karel uit wraak de stad vernielde.
Door omkoperij wist hij de neutraliteit van de Engelse koning, Karels bondgenoot Eduard IV, te verwerven en de Zwitsers tot optreden tegen Karel de Stoute te brengen, hetgeen tot diens nederlaag en tragische dood te Nancy (1477) heeft geleid.

Het gezagsvacuüm nadien in de Bourgondische landen heeft Lodewijk handig uitgebuit om het hertogdom Bourgondië, de Franche-Comté, Artois en Anjou in te palmen. Slechts Bretagne en andere randgebieden als Navarra en Savoie bleven buiten zijn greep. Lodewijk wist bij herhaling overlopers aan te trekken, o.a. de gewezen Bourgondische hofhistoricus Philippe de Commynes.

Lodewijk XI kan beschouwd worden als de grondlegger van de Franse eenheidsstaat en de voorloper van de absolute monarchie, die in Frankrijk een einde maakte aan het feodale stelsel. Hij liet zich omringen, niet door zijn vazallen, maar door allerlei spionnen, politiebeambten, en andere lieden van duister allooi. Door zijn intriges, meer dan door zijn oorlogen, wist hij het Franse territorium aanzienlijk uit te breiden. Tenger en ziekelijk van uiterlijk, leefde hij gierig waar het zijn persoon betrof, maar om een tegenstander om te kopen was geen prijs hem te hoog.
Lodewijk XI bevorderde de handel en de nijverheid in zijn koninkrijk. Naarmate zijn einde naderde, viel hij steeds meer ten prooi aan bijgeloof en paranoia: om zijn ziel te redden zocht hij zijn toevlucht bij reliekenverering, voorspellingen van astrologen en rijkelijke schenkingen aan kloosters en abdijen. Hij werd begraven in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Cléry-Saint-André (nabij Orléans). Zijn oorspronkelijke bronzen grafbeeld werd door de Hugenoten omgesmolten en in de 17e eeuw vervangen door het huidige van marmer.


 

Louis's marriage with Charlotte of Savoy would not be consummated until she was fourteen. Their children included:
Louis (1458–60)
Joachim (né et morte1459)
Louise (né et morte 1460)
Anne of France, (3 April 1461 - 14 November 1522), Duchess of Bourbon,
Joan (23 April 1464 – 4 February 1505), who became Queen of France
Francis (born and died 1466)
Charles VIII of France (30 June 1470 – 8 April 1498)
Francis (1472–1473)

Il eut de nombreux enfants illégitimes :
Guyette de Valois, fille de sa maîtresse Félizé Regnard ;
Jeanne de Valois (1447+1519) (légitimée le 25 février 1466 n.s.), fille de sa maîtresse Félizé Regnard, épouse en 1465 Louis de Bourbon, comte de Roussillon, amiral de France, à qui elle donna un fils, Charles, comte de Roussillon, mort sans postérité, et deux filles (postérités Chabannes et Arpajon) ;
Guyette de Valois (+1502), légitimée, fille de Marguerite de Sassenage.
Marie (1450-1470) (légitimée), fille de sa maîtresse Marguerite de Sassenage, épouse en 1467 Aymar de Poitiers, sire de Saint-Vallier, à qui elle donna un fils mort sans postérité, Jean, baron de Sérignan. Veuf, son époux se remarie avec Jeanne de la Tour d’Auvergne (grand-tante de Catherine de Médicis), qui lui donnera notamment un fils, Jean, père de Diane de Poitiers, favorite d’Henri II ;
Isabeau, de Marguerite de Sassenage, épouse Louis de Saint-Priest ;
3 autres enfants de diverses maîtresses dont les prénoms nous sont inconnus.
Il y eut pourtant un bouleversement en 1473. La mort de son dernier fils
François (II) eut touché le roi si profondément qu'il fit vœu de ne plus être infidèle à la reine Charlotte de Savoie22. Selon Louis XI, un des plus grands pèlerins des rois de France, il s'agissait de l'intention de Dieu, car, après avoir subi de la Ligue du Bien public, il savait parfaitement que le royaume sans héritier mâle direct pourrait être facilement désuni. Ainsi devint-il fidèle afin que le prince Charles puisse lui succéder.